Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is een steunprogramma opgezet door de overheid voor zowel het inhalen van leervertragingen als het verder ontwikkelen van het onderwijs. Reinoud de Vries (voormalig bestuurder Octant) en Bianca Andeweg (voorzitter Taskforce Onderwijskwaliteit) vertellen hoe Octant dit steunprogramma structureel een plek geeft binnen alle scholen.
Reinoud: “Als schoolbestuur heb je twee keuzes. Een afwachtende houding aannemen of kiezen voor eigen regie. Ik ga voor het laatste. Wij hebben ons in een vroeg stadium al gerealiseerd dat we moesten nadenken over dit vraagstuk. Wij zien het NPO als een hulpmiddel om ons verder te brengen bij de realisatie van onze doelen. Ons mission statement zegt het al “samen bereik je meer” en met deze gedachte is de Taskforce Onderwijskwaliteit ontstaan.” Bianca: “Wij gaan uit van kracht en hebben bewust gekozen voor een positieve insteek. We praten niet over leerachterstanden, wij praten over het verbeteren van de onderwijskwaliteit en eventuele leervertraging.”
Samen bereik je meer
Bianca: “Ik ben voorzitter van de Taskforce Onderwijskwaliteit, maar ik ben zeker niet alleen. Ik heb een topteam met allemaal gedreven mensen die werkzaam zijn bij Octant. Directieleden, leerkrachten en kwaliteitsondersteuners. Reinoud: “Wat we intern zien is een enorme drive om dit met elkaar te realiseren. Naast de deelnemers in de Taskforce zien we ook veel enthousiasme vanuit de gehele organisatie. Er is bijvoorbeeld veel belangstelling voor onze interne bijeenkomsten en we besteden ook veel aandacht aan gerichte communicatie richting schoolteams en ouders.
Wat zijn de belangrijkste doelen van de Taskforce Onderwijskwaliteit?
Bianca: “De Taskforce Onderwijskwaliteit van Octant heeft twee belangrijke doelen. Op korte termijn willen wij inzicht hebben op de leervoorderingen van ieder kind. Niet alleen op didactisch vlak, maar ook op het gebied van de executieve functies en het sociaal-emotionele vlak.
We hebben het voor elkaar gekregen om dit voor de meivakantie in kaart te brengen voor elke school, groep en individuele leerling. De algemene conclusies die we kunnen trekken is dat de leervertraging in het algemeen meevalt. We zien, in verhouding, weinig stilstand of achteruitgang. De belangrijkste trends zijn met name dat het begrijpend lezen lastig is geweest tijdens de periode van het thuisonderwijs en dat leerlingen het in groep 3 boven verwachting goed hebben gedaan in deze periode. Reinoud: “Het doel van de Taskforce een structurele kwaliteitsverbetering voor de lange termijn. Daarvoor blijven we inzetten op goede monitoring en bijsturing. Wat we doen, willen we zo goed mogelijk doen.”
Wat zijn de vervolgstappen van de Taskforce?
Reinoud: “We hebben het traject opgebouwd in fasen. De eerste fase was de inventarisatie, deze is afgerond. In de tweede fase bekijkt elke individuele school deze resultaten en maakt een plan voor de toekomst. Dat doet elke school voor juni.” Bianca: “In juni komen alle schooldirecteuren bij elkaar om te praten over de keuzes die zijn gemaakt. We doen dit om te kunnen spiegelen en van elkaar te leren. In de aansluitende fase wordt het plan aan de MR gepresenteerd voor instemming. Direct na de zomervakantie start de fase van de uitvoering. Op deze wijze zorgen we ervoor dat elke school een opmaat plan heeft. De Taskforce blijft in ieder geval de komende twee jaar nog in deze vorm actief om te monitoren, te inventariseren en om bij te sturen waar dat nodig is.”
Wat zijn de positieve effecten van het thuisonderwijs geweest?
Reinoud: “Het heeft natuurlijk de digitale vaardigheden vergroot, zowel bij leerlingen als bij de schoolteams. Daarbij zien we ook dat sommige kinderen het erg prettig vonden om hun eigen planning te maken, met andere woorden de zelfstandigheid is daarbij voor een deel ook vergroot. En wat verder opvalt is dat de leesresultaten erg positief zijn. Wij stimuleren ouders altijd om veel met hun kinderen te lezen, maar in deze periode zien we daar ook echt direct resultaat van.” Bianca: “Dat is helemaal waar, wat we ook zien is een grote waardering van ouders naar school en andersom. Die interactie tussen school en ouder is erg belangrijk en willen we blijven behouden.”